Hoe ga jij om met vooroordelen?

News Detail

Een oefening om je eigen aannames te onderzoeken

De Amerikaan Timothy Wilson schreef een paar jaar geleden een boek over het gebruik van simpele interventies die zijn ontworpen om de verhalen van mensen over zichzelf en de wereld zodanig bij te stellen dat het leidt tot blijvende gedragsveranderingen die je werk en leven positief beïnvloeden. Hij noemt het verhaalbewerking.

Het komt er op neer dat je jezelf een duwtje in de rug kunt geven om eigen of andermans gedrag anders te interpreteren. Dit leidt tot blijvende gedragsverandering. Leren dus, vanuit het principe kleine moeite, grote impact. Populair gezegd, waarom zou je moeilijk doen als het makkelijk kan?

In de training ‘Leiderschap, Reflectie en Ontwikkeling’ voor managers in de (semi) overheid geven we regelmatig opdrachten die te maken hebben met het verhaal wat jij vertelt over de dagelijkse dingen die gebeuren. We doen verschillende oefeningen om dit verhaal aan te scherpen en diepere niveaus er van te bereiken: de vraag achter de vraag. Zo zorgen we ervoor dat de training de juiste impact krijgt.

Ook gaan we aan de slag met een 40-dagen experiment. Een zelfgekozen opdracht om 40 dagen lang te oefenen met nieuw gedrag. Een kleine oefening met groot effect, als je het serieus aanpakt. Je schrijft over je ervaringen en hiermee stimuleer je het lachen om je eigen falen, je smoesjes en gedachtenkronkels. Maar het belangrijkste is dat je zicht krijgt op hoe jij dingen interpreteert en of dat werkelijk de waarheid is of dat je het ook anders zou kunnen zien waardoor je anders reageert op de situatie.

De oefening

Hoe kom je erachter hoe vooroordelen jouw ervaring van de werkelijkheid bepalen? Doe eens deze schrijfoefening:

  • Neem een eenvoudige situatie in gedachten uit je dagelijkse werkpraktijk waar je emotioneel feller dan normaal op reageert. Schrijf deze situatie eens uit als een verhaal, alsof het een roman of film is waar jij de hoofdrolspeler bent, dus in de ‘ik’ vorm.
  • Kruip daarna in de huid van een derde persoon, die er niet in werkelijkheid was, maar die je nu verzint. Het verrassendste wordt het wanneer je daar een kind voor neemt, of iemand die een totaal ander soort functie heeft. Gebruik je fantasie! (Wat zou een timmerman zeggen over deze situatie, over dit gesprek) en gebruik wederom de ‘ik’ vorm.
  • Beschrijf tenslotte hetzelfde verhaal uit de ogen van degene waarop je zo fel reageerde ook in de ‘ik’ vorm van die persoon. Je verzint daarbij zelf zijn of haar reacties (En toen zei hij tegen mij: “Moet jij altijd zo dwars doen? Ik dacht “Begint hij weer, hoe kom ik hier onderuit, deze persoon is ...”). Maak van alle drie de verhalen een leuk en spannend verhaal!

Wat gebeurt er met je onder het schrijven? Begin je al te lachen om je zelf? Het helpt om situaties te relativeren.

Door Cornalien Stolker, trainster bij o.a. Leiderschap Reflectie & Ontwikkeling, voor leidinggevenden uit de (semi) overheid.

Wil je niets missen?

Meld je dan aan voor onze nieuwsbrieven en ontvang tips, inzichten en inspirerende artikelen van de Baak.

Scroll up