Op je intuïtie afgaan doe je zo

News Detail

In de steeds meer autonome organisaties moeten leiders kunnen loslaten, en meer op hun intuïtie vertrouwen. Maar is de intuïtie wel een veilige raadgever? 5 adviezen voor intuïtief management.

Met de verschuiving van de autonomie in veel organisaties, verandert de rol van het management. Kenmerk van command & control was immers – het woord zegt het al – dat leiders veel controle hadden. Ze wisten waar iedereen mee bezig was en konden de processen waar nodig bijsturen. Nu er steeds meer autonomie bij zelfstandige professionals wordt gelegd, wordt de beheersbaarheid sterk beperkt.

Loslaten en vertrouwen geven horen daarmee tot de eigenschappen waarin nieuwe leiders zich moeten bekwamen. Hetzelfde geldt voor naar de intuïtie luisteren. Niet langer eindigen alle informatiestromen bij de manager die zicht heeft op elke stap van het proces. Tijdens o.a. een MBA-opleiding zijn managers getraind om te varen op het kompas van parameters, procesbeschrijvingen en spreadsheets. Autonomie verhoudt zich slecht met spreadsheetmanagement: de gut feeling dat een autonome medewerker voor zijn taak is berekend, wordt soms het enige kompas dat de manager nog heeft.

Intuïtie als raadgever

Maar is de intuïtie geen gevaarlijke raadgever? Dat hangt er vanaf. 5 tips voor verstandig intuïtiegebruik.

1. Ken de beperkingen van de ratio

Ons zelfbeeld van een weldenkend mens geeft ons een vanzelfsprekend vertrouwen in de ratio. Een besluit nemen is logisch de argumenten op een rij zetten en uitvoeren wat het beste alternatief blijkt. Zo is het ons geleerd, en we hebben vaak genoeg gemerkt dat het werkt. Een probleem: het werkt niet altijd.

Psychologen waarschuwen voor de beperkingen van de ratio. Zoals hersenonderzoek laat zien worden besluiten genomen in de prefrontale cortex van het brein, die een gelimiteerde capaciteit heeft. Als er bij een besluit sprake is van een beperkt aantal afwegingen gaat het prima, maar als te veel factoren een rol spelen, verdwijnt het overzicht. ‘Ons rationele denken verloopt serieel’, zei Bernhard Hommel, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Leiden, eerder in Management Team. ‘We kunnen altijd maar één onderwerp tegelijk in ons hoofd houden. We kunnen onze aandacht wel razendsnel naar andere onderwerpen schakelen, maar altijd maar een voor een.’

Het woord intuïtie verwijst in de eerste plaats naar denkprocessen elders in het brein, die weliswaar onbewust plaatsvinden, maar daarom niet minder waardevol kunnen zijn. Het limbisch systeem bijvoorbeeld, dat rond de hersenstam ligt, verwerkt razendsnel informatie tot iets wat zich niet laat herkennen als bewust besluit, maar wel een sterke gevoelsreactie geeft. Dat gevoel stuurt ons gedrag, en het is vaak aan te raden om ernaar te luisteren. Als we in gevaar zijn ‘weet’ het limbisch systeem het bijvoorbeeld vaak eerder dan ons bewuste denkvermogen, en brengt het ons lichaam nog zonder dat we er erg in hebben in paraatheid.

De beperkingen van de ratio zijn vooral voelbaar bij gecompliceerde keuzes waarbij veel alternatieven beschikbaar zijn. Bij een onderzoek bij Ikea werden klanten die hun weg zochten door een overvolle vestiging tijdens het winkelen gevolgd, en achteraf geïnterviewd. De klanten die het snelst hun keuzes hadden gemaakt, waren achteraf niet minder maar juist méér tevreden over wat ze hadden aangeschaft. Kennelijk had hun gevoel hen de juiste producten aangewezen.

2. Ken de beperkingen van de intuïtie

Onze intuïtie lijkt vaak precies te weten wat we moeten doen, zonder dat we snappen hoe we tot dat inzicht zijn gekomen. Er lijkt zelfs een magisch of transcendentaal element in te zitten: ‘de kosmos’ wijst ons de weg. Waarschijnlijker is dat de hersencentra die buiten het domein van ons actieve bewustzijn vallen (zoals het eerder genoemde limbisch systeem) ons de weg wijzen.

Maar net zoals we soms reken- en denkfouten maken, kunnen ook die onbewuste processen ernaast zitten. Het is bovendien niet eenvoudig om hun signalen te interpreteren. Zijn we, als we op zoek zijn naar een nieuw huis, gecharmeerd van een bepaalde woning omdat onze intuïtie onze verschillende verlangens en behoeftes beter kan afwegen, en een positief oordeel geeft? Of omdat we het zoeken moe zijn en al blij zijn dat we iets redelijks hebben gevonden? De psycholoog Ap Dijksterhuis liet zien dat mensen die een huis kopen vaak meteen verliefd worden op de nieuwe woning en vervolgens nadelen (zoals een langere reistijd) wegmoffelen.

De intuïtie is daarmee niet minder waardevol, maar alleen als je de moeite neemt om haar ingevingen te checken. Bij ingewikkelde afwegingen is het bijvoorbeeld raadzaam om tegenspraak van teamleden of een externe advocaat van de duivel in te schakelen, om het snelle denkwerk van de intuïtie meer substantie te geven. Als je dat serieus aanpakt, en ‘het’ voelt na afloop nog steeds goed, dan wordt het tijd om het stoplicht op groen te zetten.

3. Hou je energieniveau in de gaten

Willen we de informatie die onze intuïtie levert goed herkennen, dan is het belangrijk om gevoelssignalen tot ons te laten doordringen. ‘Je lichaam is een krachtige intuïtieve communicator’, schrijft Judith Orloff, auteur van het standaardwerk Second Sight. Lichamelijke signalen kunnen bijvoorbeeld een week buikgevoel of hoofdpijn zijn. In het algemeen is inzakkende energie ook een waardevol teken. Orloff: ‘Als je met iemand samen bent en je energieniveau omlaag gaat, moet je dat niet negeren.’ Het is een signaal dat de omstandigheden meer energie vragen dan dat ze opleveren.

De lichamelijk signalen zijn deels terug te voeren op datzelfde limbisch systeem. Als we in een situatie zijn waarin we een bepaalde spanning ervaren (ook als we ons dat niet bewust zijn), reageert dat systeem door stresshormonen aan te maken. De hartslag gaat omhoog en we voelen een behoefte om boos te worden of weg te lopen. Als we die signalen wegdrukken, raken we op den duur uitgeput.

Bij belangrijke besluiten, waarvan de langetermijnconsequenties niet te overzien zijn, blijft het ‘goede gevoel’ vaak over als de enige valide informatiebron. Onderzoeker Jonah Lehrer adviseert daar bijvoorbeeld bij het kiezen van een levenspartner dan ook naar te luisteren. Over besluiten die veel voor je betekenen, raadt Lehrer aan om niet meer maar mínder na te denken.

4. Pas op voor het warme bad

Wat de zaak compliceert is dat ‘een goed gevoel’ niet alleen een waardevolle maar ook een gevaarlijke informatieleverancier kan zijn, vooral in een sociale context. ‘Relatedness’, of het gevoel bij de groep te horen, is een van onze belangrijkste drijfveren, die invloed heeft op ons oordeelsvermogen. Het feit dat de groep het onderling eens is, geeft ons het gevoel dat de informatie wáár moet zijn – een verschijnsel dat ook wel bekendstaat als groepsdenken.

Groepsdenken wordt vaak in de hand gewerkt door de zogeheten ‘confirmatiebias’: onze neiging om, als we een mening hebben gevormd, op zoek te gaan naar informatie die daarbij past. Dat bevestigt immers ons zelfbeeld van rationele, slimme wezens. Voor zowel groepsdenken als de confirmatiebias is georganiseerde tegenspraak de belangrijkste remedie. Als de sfeer in de groep een warm bad wordt waarin iedereen het steeds met elkaar eens is, moeten de alarmbellen gaan rinkelen.

5. Pas op voor je ego

Ook je ego is een belangrijke stoorzender bij het interpreteren van intuïtieve ingevingen. Een aantasting van je status geeft stress, waarmee je het vermogen om onbevangen bepaalde afwegingen te beoordelen verliest. Het zorgt ervoor dat bepaalde intuïties (‘Hé, dat is een goed idee!’) niet doorkomen. Vooral omdat het niet jóuw idee was. Manieren om de krachtige stem van het eigen ego te onderdrukken zijn goed luisteren naar je omgeving, zelfrelativering en humor.

Bron: mt.nl. Dit artikel is onderdeel van het dossier Nieuw Leiderschap op MT.nl. Dit dossier is van de Baak.

Wil je niets missen?

Meld je dan aan voor onze nieuwsbrieven en ontvang tips, inzichten en inspirerende artikelen van de Baak.

Scroll up