Onze identiteit hangen we bijna vanzelfsprekend op aan onze functie, aan ons werk. Natuurlijk zijn we meer dan dat, maar om aan anderen duidelijk te maken wie we zijn, ligt het benoemen van ons werk voor in de mond. Daarna komt de rest. Relatie, gezin, kinderen, hobby’s. Stine Jensen en Rob Wijnberg wijden in hun boek ‘Dus ik ben’ een heel hoofdstuk aan het thema: Ik Werk, dus ik Ben.
Omdat je weet hoe de hazen lopen
Hoe langer je werkt, hoe meer je vervlochten kunt raken met je baan. Je positie is een optelsom van de kennis en ervaring die je hebt opgebouwd. Zeker wanneer je langere tijd bij dezelfde organisatie werkt kun je het gevoel krijgen dat je ermee vergroeid raakt. Je kent de materie, de branche, je hebt verschillende functies gehad, diverse kanten van de organisatie leren kennen. Je weet ‘hoe de hazen lopen’, je bent opgenomen in de bedrijfscultuur, snapt de geschreven en ongeschreven wetten. Geen wonder dat je je professionele identiteit ophangt aan je huidige functie.
Wat kun je eigenlijk los van je functie?
Maar wie ben je dan zonder je functie? Wat zou er gebeuren als je morgen opeens in een andere baan terecht zou komen in een andere branche? Wat blijft er over van je professionaliteit in een totaal andere context, waar al je opgebouwde bedrijfskennis en -ervaring niet relevant lijkt?
Banenruil als experiment
Als je het experiment aangaat van een banenruil ontdek je vaak dat er onder de oppervlakte van je huidige functioneren een dieper fundament schuilgaat. Als je teruggeworpen wordt op jezelf, omdat je ‘niet gehinderd door enige kennis van zaken’ in het diepe van een andere baan springt, blijkt dat je onderliggende competenties, talenten, intuïtie, basisvaardigheden en andere ‘bronnen van wijsheid’ bezit. Je merkt dat je een basisprofessionaliteit bezit die je in een volstrekt nieuwe situatie gewoon helpen. Iets dat wezenlijk bij jou hoort, los van je baan en functie. Iets dat je misschien wel kende, maar waarvan je vergeten was dat het zo stevig was dat je het moeiteloos in kan zetten als het erop aankomt.
Het nieuwe werken
Marjolein ten Hoonte (Randstad) zegt in Tegenlicht: “Je bent niet je werk. Je kunt iets! Het is jammer dat onze economie volledig is ingericht op functies en op loondienst. Alles is daaraan opgehangen: salaris, arbeidsvoorwaarden, pensioen, sociale premies, recht op uitkering bij ziekte etc. Terwijl we ook veel flexibeler zouden kunnen denken in termen van werk: elke persoon doet een reeks (uiteenlopende) activiteiten, gebruik makend van zijn of haar talenten, interesses en ervaring. Ze schetst een toekomstperspectief waarin flexibiliteit en wendbaarheid van steeds groter belang worden. Juist dan komt het aan op het kennen van je ‘oer-vermogens’ om, op basis daarvan, steeds opnieuw mogelijkheden te vinden om die in te zetten.
Leer meer over je basisvermogens
Om te ervaren wat jouw kerncompetenties en jouw basis-vermogens zijn is het ondergaan van een banenruil een uitdagend maar buitengewoon leerzame ervaring. In module 5 van het ‘Leadership Entrepreneurship Advancement Program’ ruil je 2,5 dag van baan met een mededeelnemer. Doordat je van baan ruilt in de context van een leergroep, waarbij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van zo’n experiment ruim aandacht krijgen, is dat extra leerzaam. Je krijgt dan feedback van de nieuwe afdeling waar je terecht komt en van degene wiens baan je tijdelijk overneemt die op datzelfde moment in jouw baan heeft gestaan. Daarna krijg je ook nog feedback van je eigen afdeling aan jou, nadat ze de ervaring hebben gehad met iemand die jou tijdelijk heeft vervangen. Tenslotte geven ook de rest van de deelnemers en de trainer feedback op de manier waarop je deze ervaring benut, verwerkt en verzilvert.
Bekijk hieronder 2 interviews met oud-deelnemers van het ‘Leadership Entrepreneurship Advancement Program’ over de banenruil: