Wat gebeurt er met je wanneer je de ander als een ‘potentiële besmettingshaard’ ziet?
Wat doet het met je wanneer je je eigen (volwassen) kinderen niet kunt knuffelen?
Wat doet het met jonge kinderen, wanneer ze wennen aan een wereld waar mensen gezichtskapjes dragen en het normaal is om geen hand te geven?
Wat doet het met je als anderhalve meter afstand ‘het nieuwe normaal’ wordt?
Tijdens de eerste golf van de coronapandemie maakten we ons vooral zorgen over de mentale en fysieke gezondheid van ouderen. Nu de pandemie langer aanhoudt wordt ook steeds meer zichtbaar wat de mentale gevolgen zijn voor andere leeftijdsgroepen en de maatschappij als geheel. Wanneer aanraking mogelijk gevaar, ziekte of zelfs de dood betekent, is het logisch dat de verbinding verdwijnt en ook de empathie in onze samenleving. Het wordt ieder voor zich in plaats van wij samen. Hoe houden we de verbinding met elkaar?
Eind november schreef minister Van Engelshoven in een kamerbrief dat ze zich zorgen maakt over de eenzaamheid onder jongeren. Ze pleitte voor meer studentpsychologen en een buddysysteem, zodat jongeren meer naar elkaar kunnen omkijken.
Zeker in deze tijden van langdurige afstand is het van belang dat we elkaars mentale gezondheid in de gaten blijven houden.
Al in de negentiende eeuw had filosoof Karl Marx het over het verschijnsel ‘vervreemding’. Hiermee bedoelde hij dat we als mens vervreemd zijn geraakt van de natuur, van anderen, van ons werk en van onszelf. De komst van Covid-19 heeft dit gevoel van vervreemding nog meer vergroot. Denk hierbij aan vervreemding van:
- ons lichaam (ons eigen stukje natuur)
- ons werk (dit is veelal thuis en via het beeldscherm)
- anderen (door de afstand missen we de verbinding, wat polarisatie versterkt)
- onszelf (omdat de angst onze overlevingsdelen activeert)
Maatregelen zijn in zekere zin nodig, maar wat zijn de psychosociale consequenties van de genomen beslissingen?
Levensbehoefte
Door het noodgedwongen afstand nemen, wordt duidelijk hoe belangrijk aanraking en verbondenheid is. Voor alleenstaanden (in alle leeftijdscategorieën) is het enorm lastig om zo lang geen fysiek contact te ervaren. Het is een vreemde gewaarwording dat ouders aarzeling voelen wanneer ze hun volwassen kinderen knuffelen. Aanraking en fysiek contact zijn essentiële levensbehoeften van de mens. Dit zien we ook in de dierenwereld terug.
Neurowetenschapper Saul Schanberg zei ooit eens: ‘We vergeten wel eens dat de tast niet alleen wezenlijk is voor ons, maar de sleutel vormt tot onze soort.’
Aanraking en nabijheid zijn voor een baby een eerste levensbehoefte. Zonder aanraking en nabijheid worden verbindingen in de hersenen niet gelegd die nodig zijn voor het gevoel van veiligheid, verbinding, het creëren van een innerlijke bedding en empathie. Geen of heel weinig lichamelijk contact geeft stress. En teveel stress heeft weer grote gevolgen voor de gezonde ontwikkeling van de hersenen.
Kinderpsychiater John Bowlby bracht in de jaren ’30 al naar voren hoe essentieel aanraking en fysiek contact zijn voor de hechting. Wanneer die veilige bedding er niet was, leidde dat vaak tot emotioneel teruggetrokken, afwijzend en soms crimineel gedrag.
Knuffelhormoon
Historisch pedagoog Frank van der Horst beschrijft een situatie in een ziekenhuis in New York in de jaren ‘40, waar de kindersterfte hoog was. Van der Horst: ‘Aanvankelijk werd gedacht dat deze het gevolg was van ondervoeding en infecties. Er werd beleid ingevoerd om de grote zaal te vervangen door kleine slaaphokken waar de kinderen werden verzorgd door verpleegkundigen met mondkapjes voor en een kap op. Maar tot ieders verrassing daalde het aantal kinderen dat in het ziekenhuis overleed niet.’
Het was de Amerikaanse kinderarts Harry Bakwin die opmerkte dat - ondanks het feit dat de kinderen in het ziekenhuis eten met veel calorieën kregen - ze niet in gewicht toenamen.
Hij paste daarom het ziekenhuisbeleid aan. De verpleegsters werden aangemoedigd de kinderen te knuffelen en op te pakken. Er werd met hen gespeeld en de ouders werden uitgenodigd om op bezoek te komen. De gevolgen waren indrukwekkend: het sterftecijfer van kinderen onder de één jaar daalde van meer dan 30 procent naar minder dan 10 procent.
Wanneer je fijn fysiek contact hebt of een knuffel krijgt maakt je lichaam oxytocine aan. Dit wordt ook wel het ‘liefdes- of knuffelhormoon’ genoemd en het zorgt voor een gevoel van verbondenheid, contact, veiligheid, vertrouwen en weerbaarheid tegen stress. Precies wat we in dit soort barre tijden nodig hebben.
Door de collectief en persoonlijk getriggerde angst, stress en wantrouwen, lijken mensen veel heftiger en intens op elkaar te reageren. Je kan stellen dat onze afstandsmaatregelen een ketenreactie veroorzaakt.
Ontlading
De in onze huidige leefwereld getriggerde gevoelens en emoties - het verdriet, de angst, de frustratie en machteloosheid - die zich door de eenzaamheid en stress opbouwen, hebben kanalisering nodig. Niet geuite emoties en gevoelens leiden tot een verzwakking van het immuunsysteem en maakt je vatbaarder voor de ontwikkeling van ziektes.
Het uiten van emoties is een gezonde vorm van ontlading, zodat het lichaam de opgebouwde spanning kan loslaten en er weer meer binnenruimte vrijkomt. Dit kan je bij jezelf triggeren door bijvoorbeeld:
- het kijken van een film die raakt
- gebruik te maken van muziek
- een boksbal kopen en hierop slaan
- hardlopen of een andere sport beoefenen
- tuinieren
- wandelen in de natuur
- schreeuwen, geluid maken of zingen (in de auto)
- je gevoelens opschrijven
Thuiswerken en teams aansturen
Verplicht thuis zijn en thuiswerken. Het is voor velen een uitdaging op verschillende vlakken, zowel praktisch als mentaal. Wat er daarna gaat ontstaan weten we nog niet. De ervaringen die we nu met zijn allen opdoen zouden er best eens voor kunnen zorgen dat werken op afstand ook na de crisis veel gebruikelijker wordt. Wat betekent dat voor jouw stijl van leidinggeven? Heb je daarin iets te ontwikkelen of te versterken? Als dat iets is wat jij verder wilt ontdekken, kijk dan eens bij onze training: Leidinggeven op Afstand.
Hilde A.J. Bolt (1970) is al vijftien jaar verbonden aan het Europees Instituut- de Baak als hoofdopleider van de leergang Dynamisch Coachen bij stress & burn-out, de leergang Counseling en als docent. Zij is gespecialiseerd in trauma, hechting, stress en lichaamsgericht werken.