Om hun functioneren te verbeteren steken leiders veel energie in de output: wat moet ik doen om het rendement van het team omhoog te krijgen? Hoe kan ik de productiviteit van teamleden verbeteren? Maar om beter te worden moeten leiders eerst bij zichzelf te rade gaan, aldus Hanneke van Geet, programmamaker bij de Baak. “Je kunt anderen pas veranderen als je jezelf helemaal kunt inzetten.”
“Hoe krijg ik mijn mensen méé?”, is een van de vragen die leiders zichzelf het vaakst stellen. Een andere: “Hoe zorg ik ervoor dat mijn team beter functioneert?” En: “Hoe zorg ik ervoor dat we dit kwartaal beter presteren dan het vorige?”
Belangrijke vragen, aldus Hanneke van Geet, organisatiepsycholoog en adviseur/programmamaker bij de Baak. Maar andere vragen gaan eraan vooraf, en die worden vaak over het hoofd gezien. In haar trainingen merkt Van Geet dat het stellen van een aantal eenvoudige persoonlijke vragen ervoor kan zorgen dat leiders in hun werk effectiever worden.
Om welke vragen gaat het dan?
“In de eerste plaats om vragen over jezelf. Wie ben ik, waar geloof ik in, waar sta ik voor, wat zijn mijn talenten? Zet ik die talenten optimaal in, zo nee, wat staat me in de weg? Leiders hebben meestal de eigenschap om zich sterk naar buiten te richten. ‘Naar binnen’ doen ze niet vaak.”
Waarom is dat belangrijk?
“Aan je gedrag ligt een aantal overtuigingen, visies, normen en waarden ten grondslag. Vaak heb je die van huis uit of uit je opleiding meegekregen, en ben je jezelf nauwelijks bewust dat ze een rol in je leven spelen. Maar de overtuigingen bepalen vaak wat je doet. Jouw relatie met de mensen in je team worden er mede door bepaald.”
Is dat een probleem?
“Je eigen voorbeeldgedrag en de manier waarop je met de mensen in je team communiceert, zijn belangrijke instrumenten voor leiders. Onze visies en waarden, ook als we ze zelf niet bewust zijn, hebben veel invloed in het team. Wat ik vaak meemaak is dat leiders door zelfinzicht tot de ontdekking komen dat ze in de praktijk ander gedrag vertonen dan wat ze zelf belangrijk vinden. Ze willen bijvoorbeeld een leider zijn die heldere lijnen uitzet en de teamleden motiveert, maar komen tot de ontdekking dat ze niet de gesprekken voeren die daarvoor nodig zijn. Om je gedrag in overeenstemming met je waarden te brengen moet je eerst die waarden kennen, en vervolgens nagaan of je ze ook toepast. Als die twee in evenwicht zijn, word je overtuigingskracht veel groter. Je kunt anderen pas echt veranderen als je jezelf helemaal kunt inzetten.”
Als ze zo belangrijk zijn, waarom stellen we onszelf die vragen niet vaker?
“Omdat we meestal te druk bezig zijn met wat er die dag moet gebeuren. Onze levens zijn er niet op ingericht om pas op de plaats te maken en jezelf vragen te stellen. Daarnaast is het zo dat de meeste mensen hun eigen gedrag als gewoon zien. Als je gewend bent om conflicten uit de weg te gaan, vind je dat normaal. Maar het is lang niet altijd functioneel. Als gedrag eenmaal is ingesleten, is het lastig om het te veranderen. Wat ons ook in de weg zit is dat, ook als we in de gaten hebben dat bepaald gedrag minder effectief is, we niet goed weten hoe we het moeten veranderen. We weten niet waar we moeten beginnen.”
Is ingesleten gedrag te veranderen?
“In de praktijk blijkt dat heel goed mogelijk. Je wordt geen ander mens, maar door gedrag te leren herkennen, kun je het beter onder controle krijgen. Je hebt van jezelf door wanneer je bepaald gedrag vertoont, en kunt kiezen of je ermee doorgaat of niet. Zo word je ook beter bewust van de gevolgen ervan, want het gaat uiteindelijk niet alleen om het gedrag, maar ook wat ermee wordt bereikt. De onderstroom en bovenstroom moeten met elkaar in evenwicht zijn. ”
Wat zijn de onderstroom en bovenstroom?
“Het zijn termen uit het programma High Performance Leadership. Dat is een effectief programma waarin de onderstroom van gedrag en organisatiecultuur en de bovenstroom van prestaties en performance aan elkaar worden gekoppeld. Als je dichter bij jezelf en daarmee je medewerkers kunt staan, blijken de teamprestaties er vaak sterk op vooruit te gaan. Doordat je je eigen waarden en missie voor ogen hebt, word je niet alleen zelf productiever maar kun je daar bovendien je team in meenemen. Ook voor je teamleden is het belangrijk te weten wat hun beweegredenen zijn, wat ze in hun werk belangrijk vinden en wat ze energie geeft. Als je als leider die vragen voor jezelf hebt beantwoord, kun je daarover makkelijker het gesprek met anderen voeren.”
Hoe weet je wanneer je op de goede weg bent?
“Dat begint als je je eigen gedrag begint te herkennen, en begrijpt waar het vandaan komt. Herkenning maakt meestal al een bepaalde verandering los. Je moet er niet voor terugschrikken om jezelf soms lastige vragen te stellen. Je ziet jezelf bijvoorbeeld soms gedrag vertonen waar je eigenlijk zelf een hekel aan hebt. Waarom doe je het dan toch? Het inzicht dat je krijgt, geeft je de ruimte om voor alternatief gedrag te kiezen. De volgende stap is dat je je daarin verder bekwaamt. Zo krijg je de regie over je gedrag en kun je ervoor zorgen dat het beter past bij waar je daadwerkelijk voor staat. ”