'Ik heb echt het leven geleid dat ik wilde leven.' Dat kunnen zeggen op je sterfbed, is een wens van velen. Maar hoe doe je dat als je vooral het gevoel hebt dat je wórdt geleefd? Als je jezelf soms kwijtraakt in deze complexe wereld met steeds minder zekerheden en houvast? Waar oneindig veel keuzemogelijkheden zijn en een overload aan informatie? Een hectische wereld vol druk: tijdsdruk, prestatiedruk, efficiëntiedruk en sociale druk. Om in die wereld je eigen koers te varen, om jóuw leven te leiden, zal je persoonlijk leiderschap moeten ontwikkelen.
Uit interviews met mensen die weten dat ze niet lang meer te leven hebben, blijkt dat als ze ergens spijt van hebben, het vaak gaat om deze 3 dingen: had ik maar niet zo hard gewerkt, had ik maar de moed gehad om trouw te zijn aan mezelf en had ik maar meer tijd en aandacht besteed aan mijn dierbare relaties. Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen. Toch is het interessant hierbij stil te staan en je af te vragen hoe dat voor jou is.
Wanneer is bij jou sprake van een rijk en zinvol leven? Wat vind jij nu écht belangrijk? Wat wil je bereiken en wat wil je per se niet? Hoe kun je je talenten ontplooien en te gelde maken? Wat wil je betekenen voor anderen? Welke bijdrage wil jij leveren aan de wereld om je heen? Hoe zorg je voor plezier in alles wat je doet? Bij de zoektocht naar de antwoorden op dit soort vragen begint persoonlijk leiderschap.
In 3 stappen naar persoonlijk leiderschap
Persoonlijk leiderschap helpt je om overeind te blijven, zowel op je werk als op persoonlijk vlak. Om autonoom te handelen en te koersen op je eigen kompas. Daarbij zijn er drie belangrijke stappen die je kan zetten:
- Welbevinden creëren
- Het goede doen
- Leren door de werkelijkheid op de proef te stellen
Laten we wat dieper op deze stappen ingaan.
Welbevinden creëren
De eerste stap van persoonlijk leiderschap is zorgdragen voor je eigen welbevinden. En dat begint bij de vraag: hoe gaat het eigenlijk met me? Kijk eens heel goed in die spiegel en probeer zo eerlijk mogelijk antwoord te geven op vragen als:
- Ervaar ik voldoende positieve emoties?
- Voel ik me betrokken en geïnteresseerd?
- Ben ik tevreden (met mezelf)?
- Voel ik me gerespecteerd en gewaardeerd?
- Heb ik het gevoel dat het leven de moeite waard is?
- Ben ik zelfverzekerd?
- Heb ik mensen om me heen die ik vertrouw?
- Voel ik me verbonden met anderen en de wereld om mij heen?
- Gebruik ik mijn invloed op een positieve en constructieve manier?
- Leer en ontdek ik nog genoeg?
- Benut ik mijn talenten?
- Haal ik voldoening uit het werk dat ik doe?
Deze vragen helpen je om te achterhalen waar je van nature goed in bent en waar je het meeste naar verlangt. Als je dat kunt combineren, ontdek je wat het beste bij je past. En als je doet wat het beste bij je past, zal je de meeste voldoening uit je werk weten te halen.
Het goede doen
Met die kennis kun je doen wat volgens jou goed is. Maar wat is ‘goed’ als je te maken hebt met mee- en tegenwerkende krachten? Als werkrelaties complexer worden en je te maken hebt met polarisatie en egocentrisme? Hoe vaar je onder die omstandigheden je eigen koers? Het antwoord op die vraag is afhankelijk van verschillende factoren.
1. Waar komt jouw gevoel van eigenwaarde vandaan?
De eerste factor is jouw gevoel van eigenwaarde. Mensen met veel eigenwaarde zijn spontaan, open, geïnteresseerd, kunnen improviseren en nieuwe avonturen aangaan. Daarnaast voelen zij op tijd aan wanneer ze moeten herstellen en rust nodig hebben. En die rust nemen ze ook. Ze zijn baas over hun eigen tijd en durven tegen de heersende normen en verwachtingen van anderen in te gaan.
Interessant in dit licht is te kijken waar jouw gevoel van eigenwaarde vandaan komt. En hoe stevig of fragiel dat gevoel is. Ontleen je het gevoel aan bezit, status en macht? Besef dan dat het verlies ervan je gevoel van eigenheid aantast. Komt je eigenwaarde uit de doelen die je bereikt? Vraag je dan af wie ben je als er tegenslag komt? Meet je je met andere mensen en ontleen je daaraan een gevoel van eigenwaarde? Zorg dan dat je de juiste mensen kiest en de lat niet al te hoog legt. En wees vooral jezelf, besef dat jij uniek bent, met je eigen talenten en vaardigheden. Eigenwaarde kun je ook halen uit het plezier dat je beleeft door te doen wat je goed kan. Ongeacht het niveau of wat je ermee bereikt. Schrijven bijvoorbeeld, muziek maken, genieten van de natuur of tijd doorbrengen met je kinderen.
2. Hoe sensitief ben jij voor je omgeving?
Om je eigen koers te varen, zal je ook sensitief moeten zijn voor je omgeving. Aanvoelen wat er speelt, rekening houden met het politieke krachtenveld binnen je organisatie en beslissingen nemen die gedragen worden door anderen. En daarmee bedoelen we niet dat je anderen hun zin geeft, nee, het houdt in dat je niet alleen oog hebt voor de verschillende behoeften, belangen, emoties en persoonlijkheden, maar ook voor de ingesleten patronen, omgangsvormen en de geschiedenis die je met elkaar deelt.
Dit vraagt om een nieuwsgierige en open houding, dat je doorvraagt naar opvattingen, gevoelens en intuïties voordat je gaat handelen of beslissingen neemt. En dat je bereid bent je mening te herzien of jezelf aan te passen.
3. Hoe goed ken jij jezelf?
Vraag jezelf eens af wat jouw gewoontes zijn, jouw ingesleten patronen. Waarom doe je wat je doet? Misschien heeft het te maken met de angst voor schaamte, schuldgevoel, wantrouwen, onzekerheid of eenzaamheid. Is die angst wel terecht? In hoeverre sluit wat je doet in het leven aan bij wat je belangrijk vindt? Wat zijn eigenlijk jouw belangrijkste waarden? Bekijk ook of je in de omgang met anderen te veel op hen gericht bent of juist te veel op jezelf. En vraag je af waar je blij van wordt, waar je passie ligt, wat jou nieuwsgierig maakt en wanneer jouw creativiteit gaat stromen.
Hoe groter je zelfkennis, hoe groter de kans dat je uiteindelijk datgene doet waar je positieve energie van krijgt. En ja, soms ligt dat buiten je comfortzone en kost het flink wat moed, energie en discipline om het voor elkaar te krijgen. Maar het resultaat is dat je uiteindelijk in staat zal zijn ‘het goede’ te doen.
4. Wat wil je bijdragen?
We zijn sociale dieren en de problemen waar we voor staan kunnen we alleen maar met elkaar oplossen. De logische vraag is dan ook: wat kan en wil ik bijdragen? Roman Krznaric geeft in zijn boek 'Carpe Diem' drie vuistregels om individualisme te overstijgen:
- Ga voor vrijheid en geluk voor jezelf en tegelijkertijd voor iedereen
- Handel niet zo dat je anderen berooft van hun vrijheid en geluk
- Handel zo dat je de vermogens van anderen vergroot om hun vrijheden te gebruiken.
Het moge duidelijk zijn dat je dan ‘Het goede’ doet. Maar belangrijker is dat je voor jezelf kiest welke levensvisie je in de praktijk wilt brengen.
5. Kun je liefde geven en ontvangen?
Liefde geven en ontvangen, dat is toch meer iets voor in de privésfeer? Ja en nee. Binnen de organisatie gaat het niet zo zeer over liefdadigheid of uitingen van liefde, maar over mild zijn voor jezelf en voor anderen. Waar thuis je hart helemaal open staat, staat die op het werk vaak op een kiertje. In hoeverre heb jij op je werk compassie voor jezelf en voor je collega’s? Oog voor hun kwetsbaarheid en menselijkheid helpt je om ‘het goede’ te doen en een basis te leggen voor duurzame, prettige en vruchtbare werkrelaties. Het maakt dat mensen zich thuis voelen en zichzelf durven laten zien. Dit geldt voor zowel goede ideeën als om tegengestelde meningen die de kwaliteit van beslissingen bevorderen.
Leren door de werkelijkheid op de proef te stellen
Het leven wordt voor een deel bepaald door factoren die buiten je macht vallen én ook door de keuzes die je zelf maakt. Op veel zaken kun je invloed uitoefenen door te kiezen hoe je gaat reageren en wie je wilt zijn. Ga je het avontuur aan of het risico uit de weg? Wil je iets leren waar je niets van weet of blijf je doen waar je goed in bent?
De kunst is om je bewust te worden van alle keuzemomenten die zich op de dag voordoen en na te gaan wat de gevolgen van die keuzes zijn voor anderen. Je hebt dus vaak de keuze en het is leerzaam daarmee te experimenteren. Door telkens de werkelijkheid op de proef te stellen, ontdek je steeds beter je eigen koers. Omdat het de ene keer heel goed uitpakt en de andere keer faliekant mislukt.