De term ‘grassroots’ duikt steeds vaker op. Van burgers die zelf energieproducent worden tot de ‘gele hesjes’ en de scholieren op het Malieveld. Het ontkiemt spontaan en groeit organisch uit tot iets groots. Grassroots komen van onderop (veelal vanuit lokale netwerken) en zijn gemobiliseerd rond een issue. Zou je zo’n ‘spontane beweging’ ook in organisaties kunnen starten? En hoe werkt dat dan?
De term grassroots bestaat al langer dan een eeuw. Vaak wordt het in een politieke context gebruikt. De campagne van Obama is er een mooi voorbeeld van. Zijn campagnegeld stak hij vooral in internet en mankracht in plaats van reclamespotjes. Iedere vrijwilliger had het gevoel dat hij onderdeel uitmaakte van een historische missie.
Bekende voorbeelden van grassroots
In Nederland is grassroots minder politiek dan in Amerika. Bekende voorbeelden zijn; buurtbewoners die een buurthuis of bibliotheek openhouden dat ‘formeel’ gesloten zou moeten worden, burgers die samen een energiecoöperatie opzetten om lokaal zonne-energie te produceren, ZZP-ers die met ‘Broodfondsen’ samen een geldpotje sparen om deelnemers compensatie te kunnen bieden bij ziekte en bijvoorbeeld crowdfunding acties voor het op de markt brengen van een eigen product of persoonlijk opgericht goed doel.
Zou zo’n grassroots-aanpak ook in commerciële organisaties kunnen werken? Grassroots wordt gevoed vanuit een betekenisvol idee/concept. Dat maakt het als organisatie belangrijk om een aansprekende missie te hebben en uit te dragen. Wat wordt de wereld er beter van dat je als organisatie bestaat? Producten en diensten zijn slechts de middelen daartoe.
Grassroots is ook vertrouwen op de eigen kracht van mensen. Het is een vorm van inspraak en organisatie die draait om het principe dat iedereen op zijn eigen manier een bijdrage kan leveren aan een gezamenlijk doel. Niet één die het weet en voorop gaat, maar leiderschap als beweging vanuit betrokkenheid.
Wie leidt en wie volgt?
Het denken over leiderschap krijgt hiermee iets paradoxaals, want wie leidt en wie volgt? Hoe stuur je actief aan op meer zelfsturing in je organisatie? Hoe regel je spontaniteit en innovatie? Hoe plan en organiseer je ruimte voor eigen initiatief? Grassroots kunnen niet worden gemanaged, wel gefaciliteerd.
In actuele leiderschaps-literatuur wordt steeds vaker het beeld verlaten van de leider die alles overziet en de weg wijst. In plaats daarvan zien we termen als coachend, dienend, transformatief, tot termen als ‘ont-managen’ en zelfsturing. Misschien kunnen we met de term ‘Grassroots Leadership’ verwijzen naar die dubbele, meervoudige kant. Het gaat om ons vermogen om anderen in beweging te brengen en aan te moedigen tot initiatief en persoonlijk leiderschap.
Voor iedereen, in elk organisatie, komt vroeg of laat de vraag: Wat drijft mij? Waar sta ik voor? En hoe verbind ik dat met de organisatie waarvoor ik werk en met anderen? Welke ruimte heb ik, en neem ik, om (zelf)leiderschap te tonen? Hoe kan ik anderen aanmoedigen om dat te doen en ze tegelijkertijd verbinden aan een gemeenschappelijke ambitie?
We vinden het fascinerende vragen. De antwoorden zullen we met elkaar moeten gaan verkennen.
Dit artikel verscheen naar aanleiding van het event ‘Stand Still. Be Wise. – Grassroots Leadership’ op 18 juni 2019 bij de Baak.